De Cure ADOA Foundation is erg blij dat geneesmiddelenfabrikant PYC een proef mag doen met een baanbrekend medicijn tegen ADOA. Bestuurslid Hedy Smit-Wigchers reageerde hoopvol en enthousiast toen ze daarover een mail kreeg van Rohan Hockings, de CEO van PYC. “Dit is absoluut geweldig nieuws! Het is het eerste medicijn ooit dat speciaal voor ADOA is ontwikkeld en dat nu voor het eerst in een patiënt wordt getest.”
PYC heeft in Australië goedkeuring gekregen van de Human Research Ethics Committee (HREC) om klinische studies te starten met een RNA-therapie die speciaal ontwikkeld is voor patiënten met Autosomaal Dominante Optische Atrofie (ADOA). Dit betekent dat de eerste patiënten nog dit kwartaal het medicijn krijgen. De studie is nodig om te ontdekken wat de verbeteringen in de visuele functie en het functioneel zicht van de patiënten zijn. Daarnaast wordt vastgelegd wat de eventuele bijwerkingen van het medicijn zijn.
Toestemming krijgen voor een klinische studie is een proces dat veel tijd kost. PYC heeft nu aan alle eisen voldaan om het medicijn PYC-001 op mensen te mogen testen. Een kleine groep patiënten krijgt het medicijn toegediend via een intravitreale injectie. Dit betekent dat het via een heel dunne injectienaald in het glasachtig lichaam van het oog wordt gespoten.
De medicatie voor ADOA is de tweede RNA-therapie waaraan PYC werkt. De eerste therapie is gericht op retinitis pigmentosa type 11. Een van de grote uitdagingen bij RNA-therapie is ervoor zorgen dat het geneesmiddel precies op de plek in de cel komt waar het nodig is. Voor het retinitis pigmentosa-medicijn had PYC al een unieke RNA-therapie ontwikkeld waarbij het RNA wordt afgeleverd door peptiden. Dit werkt beter dan de traditionele manier met virussen. Ook andere dingen die de onderzoekers hebben geleerd dankzij het retinitis pigmentosa-programma, kunnen toegepast worden in het programma voor ADOA.
Hoe het werkt
ADOA wordt veroorzaakt door een genetische mutatie van het OPA1-gen, dat het OPA1-eiwit maakt. OPA1 is nodig voor de mitochondriën, die energiemoleculen (ATP) maken in de cellen. Een afname van het OPA1-eiwit leidt tot verlies van het gezichtsvermogen omdat de retinale ganglioncellen, die het signaal van het oog naar de hersenen overbrengen, veel energie nodig hebben. Met een verminderd OPA1-molecuul verandert de structuur van de mitochondriën die verantwoordelijk zijn voor ATP-productie. Het wordt minder stabiel en valt in feite uit elkaar. Daardoor kunnen de mitochondriën niet genoeg ATP produceren. Als de mitochondriën niet genoeg energie kunnen produceren, kan de cel minder goed weerstand bieden tegen stress en andere uitdagingen, en uiteindelijk sterft de cel af.
PYC probeert de hoeveelheid OPA1-eiwit die de cel maakt te verhogen om de juiste balans van het OPA1-molecuul te verkrijgen. Wanneer dit lukt, wordt de hele keten van gebeurtenissen die leiden tot verlies van het gezichtsvermogen aangepakt.
Om ADOA te stoppen, ontwikkelt PYC een RNA-therapie. RNA is een biologisch macromolecuul dat de cellulaire processen regelt. Het wordt gemaakt door het DNA en maakt zelf het eiwit voor de cellen. RNA-therapie heeft voordelen ten opzichte van gentherapie in het geval van ADOA. Veranderingen op het DNA-niveau zijn permanent, terwijl het afstemmen van genexpressie op het RNA-niveau niet permanent is. Als er schade ontstaat door de therapie, is deze dus omkeerbaar. Bovendien kan de dosering per patiënt nauwkeuriger bepaald worden.