Foto: PDC
Ryan Searle is een professionele dartspeler uit Engeland. Zijn bijnaam is ‘Heavy Metal’ vanwege zijn liefde voor rockmuziek. Ryan staat bekend om zijn krachtige worpen, consistente prestaties op het hoogste niveau en om het feit dat hij ADOA heeft. Ryan gooit met ongewoon zware darts, die 32 gram wegen – veel zwaarder dan de meeste professionals gebruiken. Op dit moment staat hij 19e op de PDC Order of Merit.
Hoe het begon
Zijn ouders keken altijd naar darts op tv. Toen hij zeven was, kochten ze een bord voor hem. Later, toen hij dertien was, had hij er een in zijn slaapkamer. Hij begon voor een lokaal caféteam te spelen toen hij eenentwintig was, samen met een vriend die achttien was. Zij waren de jongsten in het team – alle anderen waren ouder. Het was geen professioneel team, maar onderdeel van de amateur pubcompetitie in Engeland. Het was geen vooropgezet plan, gewoon iets waar hij plezier in had. Iets wat natuurlijk aanvoelde.
Ryan kan niet verklaren waarom hij zo goed is. “Misschien heb ik er gewoon een goed gevoel voor”, zegt hij. Hij is altijd competitief geweest, hij speelde ook voetbal en rugby en heeft ook een tijd aan skateboarden gedaan. Darten voelde gewoon goed.
Online oefenen
Het interview vindt plaats via de telefoon. Ondanks dat er een afspraak staat, neemt Ryan niet meteen op. Even later belt hij terug, zich verontschuldigend maar opgewekt. Hij moest een digitale oefenwedstrijd met Damon Heta afbreken. “Ik zat er net lekker in, ik was de tijd helemaal vergeten”, zegt hij. Ze trainen op afstand met een slim dartbord dat de scores automatisch bijhoudt. Het is niet hetzelfde als op het podium staan, maar het houdt hem scherp.
Hoewel hij altijd al slecht heeft gezien, werd zijn gezichtsvermogen vier jaar geleden plotseling slechter. Dat komt vaak voor bij ADOA, maar Ryan wist dat toen nog niet. Hij merkte alleen dat autorijden in het donker moeilijk was geworden. “Het voelde gevaarlijk”, zegt hij. “Ik wist dat ik iets moest doen.” Hij wilde nooit naar een opticien gaan, maar nu hij kinderen had en met hen onderweg was, voelde hij zich verantwoordelijk voor hen. Jarenlang dacht hij dat hij gewoon astigmatisme had. Uiteindelijk boekte hij het oogonderzoek dat alles zou veranderen. Toen hij zich realiseerde hoe slecht zijn zicht eigenlijk was, begon hij contactlenzen te dragen.
Het effect van contactlenzen
De lenzen lossen niet alles op, maar ze maken een groot verschil. Ze nemen wat van de wazigheid weg. “Zodra ik mijn contactlenzen kreeg, steeg ik van rang 58 naar 13”, vertelt Ryan. Hij kan zich niet meer voorstellen om zonder lenzen te spelen. Voordat hij ze begon te dragen, moest hij vaak stoppen om de scheidsrechter te vragen wat hij had gescoord. Dat was vooral frustrerend omdat hij van nature een snelle speler is. Het steeds moeten vragen haalde hem uit zijn ritme. Soms zorgde zijn wazige zicht ook wel eens voor leuke verrassingen. Zo dacht hij een keer dat hij 60 punten had gehaald, maar bleek het 180 te zijn.
Zijn optometrist is altijd verbaasd. Elke keer als Ryan binnenkomt, bekijkt ze zijn testresultaten en kan ze niet geloven dat hij professioneel dart, laat staan op wereldniveau. “Ze vindt het verbazingwekkend hoe goed ik kan darten,” zegt Ryan. “Ze weet hoe slecht mijn zicht is.”
Lastig licht
De werkomstandigheden op toernooien zijn niet ideaal voor Ryan. De warming-up is meestal prima, er is goed licht bij de oefenborden. Maar dan gaan de spelers backstage, waar het veel donkerder is. Daarna lopen ze het podium weer op, met fel licht. Die wisselingen zijn moeilijk voor Ryan. Zijn ogen passen zich niet snel aan. “Het is een van de moeilijkste delen voor mij”, zegt hij. Hij is in gesprek met de PDC om te kijken of er iets aan gedaan kan worden. Op tv zien de dartborden er misschien perfect verlicht uit, maar in werkelijkheid kan de verlichting nogal zwak zijn, vooral in bepaalde zalen. En schemerig licht is moeilijk voor Ryan. “Maar als de lichten te fel zijn, helpt dat ook niet”, zegt hij.
Ryan kwam er pas achter dat hij ADOA had nadat bij zijn dochter de diagnose was gesteld. Dat moment leidde tot gesprekken binnen de familie. De puzzelstukken konden in elkaar gelegd worden. Het bleek dat zijn vader het ook had en zijn oma ook. Zijn zoon heeft het waarschijnlijk ook, hoewel zijn symptomen milder zijn. Zijn oma kan zich niet herinneren of iemand anders in de familie soortgelijke zichtproblemen heeft gehad.
Positieve houding
Ondanks alles blijft Ryan positief. “Niet goed kunnen zien is niet leuk”, zegt hij, ”maar er zijn veel ergere dingen.” Hij kan zich prima redden in het dagelijks leven. “Ik kan de dagelijkse dingen aan”, zegt hij. “Ik heb net weer een oogtest gehad en gelukkig is mijn zicht nog goed genoeg om te mogen autorijden. Dat is een opluchting, anders was ik afhankelijk van mijn vrouw om me naar mijn wedstrijden te brengen.”
Terugkijkend denkt Ryan dat het misschien maar goed was dat hij niet wist dat hij ADOA had. “Als ik het had geweten, had ik waarschijnlijk geen moeite gedaan om te darten”, zegt hij. Hij zou hebben aangenomen dat het niet mogelijk was. Dat hij geen schijn van kans had. Het niet weten gaf hem de kans om gewoon te spelen en uit te vinden waartoe hij in staat was op wereldniveau.